Op dit moment zijn we tijdens de repetities druk bezig met het verdiepen en inleven in de rolpersonages en het ontdekken en ervaren van de relaties onderling. Een spannend proces van zoeken, uitproberen en vastleggen…
Hoe ervaren spelers tot nu toe het proces?
Jeltje: “In het stuk speel ik Barbara Andriesen (46), getrouwd met Peter, dochter van Fiona en moeder van Judith. Barbara is opgevoed in een gezin waar een manipulatieve en terroriserende moeder de scepter zwaait. Nu voedt ze haar eigen dochter op en gaat ze de relatie met haar echtgenoot aan. Het spreekwoord zegt: “Een goed voorbeeld doet goed volgen”, maar het tegengestelde is ook waar. Op het moment dat het hele gezin weer bij elkaar komt, manifesteren oude gezinspatronen zich genadeloos. De keuzes die Barbara maakt en de manier waarop ze zich opstelt, zijn gebaseerd op die achtergrond en zijn voor mij soms niet herkenbaar. Dat maakt het spelen van Barbara interessant.”
Jos: “In het stuk speel ik Peter Andriessen, echtgenoot van Barbara en vader van Judith. Het huwelijk tussen Peter en Barbara staat onder druk. De verdwijning van Barbara’s vader en de spanning tussen Barbara en haar dominante moeder zet extra druk op de relatie. Peter moet in het stuk de balans vinden tussen de liefde voor zijn vrouw en zijn dochter, en trouw blijven aan zichzelf. Het is voor mij een mooie uitdaging om die worsteling duidelijk en geloofwaardig te spelen.”
Jolanda: “Ik speel in ‘Augustus in de Polder’ Fiona van Rhoon, de matriarch, de moeder van het gezin. Zij is verslaafd aan medicijnen, is ziek en vindt dat ze door iedereen in de steek is gelaten. Als haar drie dochters tijdelijk thuis komen, kan ze het niet nalaten hen dit te laten merken. Haar opmerkingen zijn vilein en zuur. Maar praat Fiona zelf, of zijn het de pillen? In elk geval bereikt ze met haar woorden en gedrag alleen maar het tegenovergestelde van wat ze eigenlijk wil. De scherpe en snelle gemoedswisselingen zijn voor mij heerlijk om te spelen en ik kan daardoor lekker uitpakken in mijn rol.“